Klachten aandoeningen

CANS (RSI)

In 2004 hebben Nederlandse behandelaars onderling afgesproken dat de term CANS gebruikt gaat worden voor klachten met een duidelijke medische oorzaak (de 23 specifieke klachten). CANS is de afkorting voor Complaints of Arm Neck and/or Shoulder. CANS is dus een verzamelnaam voor klachten aan de arm, nek en/of schouder. Onder de specifieke CANS vallen in principe 23 aandoeningen, deze zijn duidelijk te omschrijven. Denk bij specifieke CANS aan bijvoorbeeld een bicepspees tendinose(peesontsteking), een cervicale hernia (hernia in de nek) of een instabiliteit van de schouder. Zoals je leest is CANS dus vrij ‘allesomvattend’. CANS is een typering voor werkgerelateerde aandoeningen die behandeling behoeven. Naast de specifieke aandoeningen van CANS is er ook nog een groep A-specifieke CANS. Bij A-specifieke CANS is er meestal geen medische oorzaak te vinden.

CANS symptomen

Bij CANS is er meestal sprake van pijn, stijfheid, onhandigheid, krachtsverlies en tintelingen (soms ook doof gevoel) in uw arm, nek en/of schouderregio. Dit kunt u ook voelen in uw handen en vingers. De CANS symptomen zijn te onderscheiden in 3 stadia:

1. Beginklachten stadium

Klachten aan de arm, nek en/of schouderregio kunnen optreden tijdens bezigheden. U kunt hierbij tintelende, gevoelige of vermoeide gevoelens krijgen. Meestal verdwijnen de problemen na een rustperiode. Klachten kunnen in dit stadium ook op het werk gaan optreden.

2. Vervolgklachten stadium

Nu de klachten niet alleen meer op het werk gevoeld worden kunnen ook tijdens andere dagelijkse activiteiten en zelfs tijdens rust de klachten gaan optreden. Er is geen duidelijke relatie meer met het uitvoeren van bepaalde taken. Klachten kunnen zijn: licht tintelend gevoel, brandende pijn en soms krachtsverlies. Uw arm, nek, schouders, polsen en handen kunnen overgevoelig zijn of juist gevoelloos. De klachten verdwijnen niet meer bij normale rust. Mocht u deze klachten herkennen dan is het aan te raden contact op te nemen met uw huisarts, bedrijfsarts of fysiotherapeut.

3. Stabiele stadium

Hieronder vallen de aanhoudende klachten die (vrijwel) niet meer verdwijnen. Activiteiten met armen en handen zijn hierin vrijwel nauwelijks mogelijk zonder klachten te hebben. Iets kleins oppakken kan al zorgen voor flinke pijn. In dit (vergevorderde) stadium is behandeling traag effectief. Het herstel vergt veel tijd.

Hoe ontstaat CANS?

Kortdurende klachten kunnen het gevolg zijn van een duidelijke aanleiding, bijvoorbeeld spierpijn na het sporten. Meestal gaan deze klachten na enkele dagen weer over, deze klachten vallen in principe niet onder CANS. De langdurige klachten aan de arm, nek en/of schouder vallen wel onder CANS en zijn onder te verdelen in specifieke (de 23 mogelijke aandoeningen) en a-specifieke klachten (waarbij geen medische oorzaak te vinden is).

CANS risicofactoren

Op verschillende manieren kunnen CANS klachten zich ontwikkelen.

1. Fysieke lichamelijke belasting

CANS kan ontstaan wanneer vaak dezelfde beweging wordt gemaakt. Een spiergroep of een pees kan hierbij geirriteerd raken. Het continue kracht zetten in een onnatuurlijke (of ongemakkelijke) houding kan al snel tot een overbelasting van de spieren leiden.

2. Psychosociale belasting

Vaak wordt CANS ook geconstateerd bij mensen met een hoge psychische belasting. Denk hierbij aan werkstress, een hoog werktempo en hoge werkdruk/mentale eisen. Dit kan in combinatie met een slechte werkorganisatie of verstoorde werksfeer leiden tot een verhoogde spierspanning. Deze spanning manifesteert zich daarbij als CANS en kan voor langere tijd aanhouden (als er niks zal veranderen in de werksituatie).

3. Persoongebonden factoren

Er is een gedachtegang dat een perfectionistische instelling en iemands fysieke en mentale belastbaarheid een individuele factor is dat zich kan uiten in CANS klachten.

CANS I.C.M. WERK EN UW DAGELIJKSE ACTIVITEITEN

CANS klachten komen vrij vaak voor bij mensen die een administratieve functie hebben. Daarnaast worden klachten aan de arm, nek en/of schouder (CANS) ook in de industrie, vleessector of bouwnijverheid gezien. Naast werkgerelateerde situaties zijn ook dagelijkse activiteiten van invloed op het ontwikkelen van CANS klachten. Denk hierbij aan:

        • Het huishouden doen
        • Het bespelen van een muziekinstrument (vaker bij viool, gitaar e.d.)
        • Het spelen van tennis

Er vindt altijd een relatie plaats tussen het werk en uw dagelijkse activiteiten. Enerzijds kunnen de klachten die zijn opgelopen buiten uw werk zorgen voor een storende factor op het werk en anderzijds kunnen klachten die u heeft opgelopen op het werk storend zijn voor het uitoefenen van uw dagelijkse activiteiten buiten uw werk.

CANS behandelplan

De 23 aandoeningen die vallen onder de specifieke categorie van CANS kunnen vaak verholpen worden met een specifieke behandeling. Zoals u kunt begrijpen zullen a-specifieke klachten zonder duidelijke medische oorzaak/aanleiding niet makkelijk zijn om een passende behandeling te kiezen. Belangrijk bij CANS is om middels oefentherapie de spieren op een juiste manier te spannen en te ontspannen.

Specifieke CANS klachten

Zoals al eerder beschreven zijn er een 23-tal aandoeningen die onder de specifieke CANS vallen:

        1. Bicepspees tendinose
        2. Bursitiden rond de elleboog
        3. Carpaletunnelsyndroom
        4. Cervicale hernia
        5. Cubitaletunnelsyndroom
        6. Ziekte van Dupuytren
        7. Epicondylitis lateralis (tenniselleboog)
        8. Epicondylitis medialis (golferselleboog)
        9. Frozen shoulder
        10. Guyon kanaalsyndroom
        11. Instabiliteit van de schouder
        12. Instabiliteit van de elleboog
        13. Scheur in het labrum glenoidale
        14. Lokale artritis (geen RA) in een gewricht van de bovenste extremiteit
        15. Oarsman’s wrist
        16. Radialetunnelsyndroom
        17. Raynaud’s fenomeen
        18. Rotator cuff scheuren
        19. Subacromiaal impingementsyndroom (rotator cuff syndroom, tendinosen en bursitiden rond
              de schouder)
        20. Sudeckse dystrofie
        21. Suprascapulaire compressie
        22. Triggerfinger
        23. Ziekte van De Quervain